0%

In het weekend van vrijdag 2 tot en met zondag 4 augustus 2024 vindt de jaarlijkse Nationale Tuinvlindertelling plaats. Heb je een tuin of balkon, dan kun je hieraan meedoen. De Nationale Tuinvlindertelling is te vergelijken met de Nationale Bijentelling en de Nationale Tuinvogeltelling. De bedoeling van dit soort weekenden is om een beeld te krijgen van de – in dit geval – vlinderpopulatie in Nederland.

We krijgen zo inzicht in hoe het met de diverse vlindersoorten is gesteld en of er actie moet worden ondernomen, bijvoorbeeld omdat één vlindersoort uit Nederland lijkte verdwijnen. Hoe ook jij mee kunt tellen, lees je in deze blog.

Waarom vlinders tellen?

De Nationale Tuinvlindertelling is een initiatief van de Vlinderstichting. De Vlinderstichting is dé organisatie die de deskundigheid in Nederland en de rest van Europa over vlinders en libellen bundelt. De Vlinderstichting maakt zich sterk voor het behoud en herstel van vlinders en libellen in Nederland en andere landen in Europa. Het doel is om inzicht te krijgen in hoe het met de bijen in Nederland is gesteld. Zoiets lukt het best als zoveel mogelijk mensen, verspreid door heel het land, tegelijk bijen gaan tellen.

Vlinders bestuiven bloemen als ze de bloemen bezoeken om nectar te zuigen. Verder eten heel wat andere dieren rupsen, poppen en vlinders, waardoor ze hun nut hebben als voedsel voor die dieren.

Voor de mens zijn vlinders nuttig omdat ze iets zeggen over de plek waar ze voorkomen. Sommige vlindersoorten zijn heel gevoelig voor veranderingen in de omgeving waar ze leven. Als een soort op een bepaalde plek voorkomt, kan dat een teken zijn van het feit dat het daar goed gaat met de natuur. Andersom kan het verdwijnen van een soort op een bepaalde plek aangeven dat het niet goed gaat met de natuur. Ook zijn de rupsen gebonden aan bepaalde planten als voedselplant, zodat het voorkomen van een soort vlinder ook iets zegt over het voorkomen van een plant.

Zo doe je mee met de tuinvmlindertelling

Vlinders tellen betekent niet dat je de hele dag met een pen en papier in de aanslag moet zitten. Een kwartiertje tellen is al voldoende. Ga je met je (klein)kinderen in je tuin of balkon 15 minuten vlinders tellen? Den is het goed om te weten dat je op de website van de Vlinderstichting het Vlinder-doe-boek van de Vlinderstichting  downloaden. Dit boek is speciaal bedoeld voor de jongste vlindertellers. Het boek staat boordevol leuke weetjes, puzzels en tips om vlinders te tellen.

In 2023 werd het koolwitje het meest gezien, op de voet gevolgd door de atalanta. Daarna volgden de citroenvlinder, de dagpauwoogvlinder en het koolwitje. De vraag is welke vlinder dit jaar het meest gezien zal worden.

Stap 1: Kies een goed moment uit

Kies op 15 of 16 april een goed moment uit. Bijen houden niet van de regen, dus een goed moment is een moment waarop het droog en liefst ook nog zonnig is. Dat zit dit weekend wel goed!

Stap 2: Tel een kwartiertje mee

Maak een rondje door je tuin, of zorg dat je zo’n 15 minuten op je balkon bent. Noteer op het telformulier welke soort(en) je ziet en in hoeveel je ervan ziet.

Stap 2: Noteer wat je hebt gezien

Noteer per vindersoort het hoogste aantal op dat je tegelijkertijd in je tuin hebt gezien. Zag je eerst 1 honingbij en zaten er even later 3 in je tuin? Dan noteer je op het telformulier 3 honingbijen.

Stap 3: Geef je telling door

Laat via de website van de Vlinderstichting weten hoeveel bijen je gezien hebt. Doe dirt vóór zondagavond 20.00 uur.

Benieuwd naar de resultaten?

Ben je straks benieuwd naar de resultaten? Surf ook dan naar de website van de Vlinderstichting. Daar worden ze regelmatig bijgewerkt.

Het hele jaar door (meer) vlinders in de tuin

Wil je het hele jaar door bezoek krijgen van bijen en andere bestuivende insecten? Zorg er dan voor dat je van het vroege voorjaar tot de late herfst voldoende bloeiende planten (bloemen) in de tuin hebt staan. Dit krijg je voor elkaar door die bloemen op verschillende momenten in het jaar te zaaien of te planten. Op deze manier creëer je een zogeheten ‘bijenboog’. 

Wat je verder kunt doen, is de insecten een plekje geven waar ze een nestje in kunnen bouwen. Bijen en hommels maken hun nestjes vaak in de grond of in rommelhoekjes met vermolmde stronken en holle takjes. Van zonnige, niet al te begroeide plekjes in de tuin zijn bijen ook fan. Metselbijen maak je blij met een schoteltje leem. Uiteraard ook helpen door een speciaal nestkastje oftewel een insectenhotel voor ze te kopen. Een insectenhotel kun je overigens ook prima ergens op je balkon kwijt.

Geen tuin en geen balkon?

Heb je geen tuin en ook geen balkon, maar wil je wel meedoen met de tuinvlindertelling? Ga dan gewoon langs bij familieleden of vrienden die wel een tuin of balkon hebben of kies een 'groene' locatie in de buurt uit. Denk dan aan een park, een moestuin of een natuurgebied. Ga je voor een locatie in de buurt? Hou het dan overzichtelijk en maak het gebied waarin je bijen gaat tellen niet groter dan tussen de 10 en de 25 vierkante meter.